• Home
  • Geschiedenis van onze wijk

Geschiedenis van onze wijk

Na het Arnhemse succes van de annexatie van de polder Malburgen, wat oorspronkelijk bij Huissen hoorde, was indertijd de algemene gedachte dat op den duur heel Huissen bij de grote buurgemeente zou gaan horen. Streekplannen wezen ook in die richting en Arnhem had nu eenmaal alleen in zuidelijke richting expansiemogelijkheden, gezien de Veluwe aan de noordkant.

Op 6 november 1968 bracht burgemeester A.H. Stadhouders van gemeente Huissen een gewaagd plan in de openbaarheid. Het ging er om de gewenste woningbouw in de regio zelf ter hand te nemen en niet te wachten op initiatieven uit Arnhem. Hiermee was het plan de Zilverkamp geboren. In 1969 werd het gepresenteerd. In feite zou de gemeente Huissen het gebied ten westen van de stad vol gaan bouwen. Daarmee werd Arnhem de wind uit de zeilen genomen, maar het betekende wel een verdubbeling van het aantal inwoners van Huissen. Dat dat niet zonder gevolgen zou blijven voor het karakter van de plaats, was wel duidelijk. Standhouders kon dan ook rekenen op het nodige verzet. Maar hij zette door.

In 1972 ging de eerste spade de grond in en in 10 jaar tijd werd een volledig nieuwe wijk (4 fasen) uit de grond gestampt. Aan het begin was de belofte gedaan om geen hoogbouw te plegen en in grote lijnen hield men daaraan ook vast. Hier en daar kwamen kleine appartementencomplexen, maar de Huissense wijk leek en lijkt in niets op wat in diezelfde periode in Arnhem-zuid verrees.

Wat de tegenstanders hadden voorzien, klopte trouwens ook wel. Er kwamen 3000 nieuwe huishoudens te wonen op de Zilverkamp en maar een beperkt deel daarvan kwam uit Huissen zelf.

De wijk maakte voor haar voorzieningen wel gebruik van wat Huissen bood, maar was verder ook wel en tegen een Arnhem aanleunende slaapstad.  De bevolking van de gemeente Huissen verdubbelde ongeveer, van ruim 8000 naar 16000 inwoners in 1982. De bouw van de Zilverkamp heeft de verlangens van Arnhem in zuidoostelijke richting getemperd.

De indeling van de wijk is anders dan de wijken die hiervoor werden gebouwd in Nederland. Dus geen lange straten met links en rechts dezelfde typen woningen. Deze wijk was vernieuwend in die tijd en onderscheidt zich vooral door de vele hofjes en vertakkingen van wegen. Dit wordt ook wel een “bloemkoolwijk” genoemd. Verder kenmerkt deze wijk zich door het grote aantal koopwoningen en een langgerekt park dat loop vanaf de Rietbaan tot aan de Brink. Winkelcentrum de Brink en appartementsgebouwen zijn in 2009 geheel gerenoveerd.

Bronnen: Historische Kring Huesen en Waardwonen

Geschiedenis van park Holthuizen

De natuur in het Huissense Holthuizen kent twee gezichten. Aan de ene kant de wilde pracht van uitbottende bomen aan de rand van het water, ongeregeld struikgewas tegen het dijktalud en panorama­achtige doorkijkjes over de weilanden. Anderzijds wordt de natuur duidelijk gestuurd door de mens.
Gemaaide plantsoenen aan de Zilverkamprand. Weilanden waarin witte banden de paarden binnen en zilverachtig prikkeldraad nieuwsgierigen buiten moeten houden. En de kolk zelf is het heiligdom van het hengelend deel van de Arnhemse politie. Nieuw aangebracht prikkeldraad en pas geplante doornstruiken zijn de aangepaste dienstwapens tegen de zwartvissers.
En de mens speelt een steeds belangrijker rol in het parkachtige natuurgebied. De boompjes die nu her en der worden geplant, zijn nog maar een klein voorschot op het grote Stuitbos, dat over enkele jaren hier moet beginnen. Op dit moment is Holthuizen vooral het toneel voor ruiters en paarden, zo vertelt een grote buitenbak met schijnwerpers. Aan de Arnhemse kant van de dijk ligt een groots opgezet plantsoen. Park Immerloo, een uitgaanscentrum voor de stedelijke stoeppoepertjes.
De herkomst van de naam Holthuizen is niet helemaal duidelijk. Een bord van het Polderdisctrict Betuwe zegt dat Holthuizen wijst op het houtgewas dat hier al eeuwenlang welig tiert. De dijk zou in 1727 al zo dicht begroeid zijn met essen, iepen, wilgen en heggen dat naulijkcx son of wint daer over kon schijnen of waijen. Ook de Historische Kring Huessen houdt die mogelijkheid open. Een andere optie is de Middelnederlandse benaming Holthuus, wat simpelweg houtschuur betekent. De derde variant die wordt genoemd is vernoeming naar de Kleefse leenman die al in 1392 wordt genoemd: Arnd van Holthusen.
In die periode was er nog geen sprake van een kolk. Dat water is pas ontstaan bij de dijkdoorbraak in de nacht van 11 op 12 januari 1651. Eerst spoelde de monsterlijk gezwollen Rijn de Malburgse dijk weg en vervolgens brak het water door de Holthuizerdijk. De Betuwe veranderde op slag in een grote zee. Arnhemmers kwamen de gedupeerden in het verdronken gebied te hulp met brood, kaas, kaarsen en lampenolie. Een watersnoodsteen in Culemborg wijst ook nu nog aan hoe hoog het water in 1651 in de Betuwe heeft gestaan.
Het herstel van de dijk liet lang op zich wachten. Huissen vond het allemaal wel goed, omdat het water uiteindelijk toch van het Kleefse gebied wegstroomde.
De rechter moest er zelfs aan te pas komen. Uiteindelijk duurde het tot het najaar van 1651 voordat een aannemer voor zesduizend gulden bereid was de dijk weer waterdicht te maken.
Anno 1997 is het een wat vreemd gezicht: een dijk die als een grens tussen Huissen en het volgebouwde Arnhem loopt. Een waterkering met duizenden woningen tussen Rijn en dijk. Sinds 1977 is er dan ook geen sprake meer van een bandijk.
Holthuizen heeft nog meer geschiedenis, zo heeft de Historische Kring Huessen uitgevonden. In 1795 speelde zich op Groot Holthuizen (de plaats waar de huidige boerderij staat) een bloederig drama af. Kroatische soldaten uit het Pruisische leger, die Huissen tegen de oprukkende Fransen moesten verdedigen, sloegen bij de komst van de vijand aan het plunderen.
Op 10 januari 1795 om ongeveer tien uur ’s avonds, drongen vijf Kroaten binnen bij de broers Derk en Peter Brands. Zij eisten geld en horloges van deze bewoners van Groot Holthuizen. Toen de broers aangaven geen horloges te hebben, sloegen de soldaten wild met hun degens om zich heen. Derk probeerde de slagen met een opgeheven arm af te weren, maar het gruwelijke gevolg was dat arm en hoofd in één hauw werden afgeslagen. Zijn broer Peter, ernstig aan zijn gezicht gewond, moest machteloos toezien hoe Derk werd afgeslacht. Hij overleefde de overval dankzij de geneeskunsten van de Huissense chirurgijn Budding. De rovers gingen er met vijfhonderd gulden vandoor, zonder ooit nog gepakt te worden.

Holthuizen kwam in de serie Hel Hemeltje (verschenen in de Gelderlander) in april 1997 aan bod.

Bron: Historische kring Huessen

snel contact


* Deze velden zijn verplicht.

Samen is het motto

"Betrokkenheid bij de buurt helpt deze bewoonbaar te houden voor iedereen."